Ranking the stars: de rating van raadsheren

Vorig jaar schreef een Amerikaanse universiteit, George Mason University, een prijsvraag uit: wie schrijft het beste korte artikel (1.500 woorden) over ‘Top ten rankings of the Supreme Court’. Gevraagd werden ‘original and empirical studies involving some kind of ranking of the Justices or their work’. Het is niet de eerste keer dat een dergelijke populariteitsquiz is ondernomen. In 1977 bevatte de US News & World Report al een analyse ‘Burger vs Warren: WHOSE COURT IS BETTER?’ Onder de individuele raadsheren kwam toen Lewis Powell jr. als eerste uit de bus, gevolgd door William Rehnquist en Byron White. Kennelijk waren sommige lager geplaatste raadsheren wat aangeslagen, want eerdergenoemde Powell zag zich genoodzaakt zijn – helemaal onderaan geplaatste – collega Thurgood Marshall het volgende te schrijven:

‘Dear Thurgood: You may have seen the story in last week’s U.S. News & World Report about the Court. The results of the “poll” reported in the story are hardly credible. I have no explanation for these, but do want you to know that neither I – nor any of your Brothers – put any credence in the ranking of our opinions. I also want you to know that, although we often disagree (as can be said as to each of us), I think the writing and thoroughness of your opinions is of the highest order.’

Dan nu de rankings van George Mason, zoals gepubliceerd door Ross Davies, ‘Micro-symposium: top ten rankings of the U.S. Supreme Court’, George Mason University Legal Studies Research Paper Series LS 15-24 (2015, p. 425-463). Allereerst werd onderzocht welke romanschrijvers het US Supreme Court het meest citeert: dat levert een gelijkspel op tussen Lewis Carroll (van Alice’s Adventures in Wonderland) en William Shakespeare (gehele oeuvre). Ook George Orwell, Charles Dickens, Aldous Huxley, Aesopius, Fiodor Dostojewski, Herman Melville en J.D. Salinger werden meer dan eens geciteerd. Welke raadsheren citeren hun klassieken het meest? Dat zijn achtereenvolgens Justices Scalia (39), Breyer (15, ‘Sometimes I have found literature very helpful as a way out of the tower’), Thomas (11), Kennedy (8), Ginsburg (7), Roberts (2) en Alito (1). De zittende raadsheren Sotomayor en Kagan heben in hun opinions tot dusver nog geen enkele auteur geciteerd.

Ander onderwerp. Welke raadsheren hebben de meeste law review-artikelen geschreven? De top tien aller tijden luidt aldus: Warren Burger (188), Ruth Bader Ginsburg (155), Tom Clark (124), William Brennan (121), William Rehnquist (116), William O. Douglas (112), Earl Warren (97), Lewis Powell (90), Felix Frankfurter (89) en Robert Jackson (89). We kunnen natuurlijk ook bekijken hoe vaak juridische bijdragen van US Supreme Court raadsheren geciteerd zijn. Dat levert het volgende rijtje op: Oliver Wendell Holmes, William Brennan, Felix Frankfurter, Antonin Scalia, Louis Brandeis, Stephen Breyer, Ruth Bader Ginsburg, William O. Douglas, Warren Burger en William Rehnquist.

Er zijn nog veel meer rankings: wie had de mooiste snor, hoe luidt de top tien van vrouwelijke raadsheren (‘The sistren’) – er waren er tot dusver niet meer dan vier; wie stuurt de meeste tweets (Scalia). Wie was de slechtste raadsheer ooit? Ian Millhiser doet er in Injustices: the Supreme Court’s history of comforting the comforted and afflicting the afflicted (New York: Nation Books 2015, 350 p.) een boekje over open. Zijn criterium blijkt in hoofdzaak een afgeleide van de slechtste arresten ooit gewezen. Dat zijn er in zijn ogen twee: Dred Scott en Lochner, en van die twee is Dred Scott het ergst. Vandaar: ‘Any list of terrible Supreme Court justices that does not begin with Chief Justice Roger Taney will inherently be controversial’. Immers ‘Taney authored what is widely viewed as the worst single decision in the Supreme Court’s history, the pro-slavery decision in Dred Scott v Sandford’. De anti-New Deal-rechtspraak van Lochner v New York was het werk van Chief Justice Melville Fuller, gevolgd door Clarence Thomas (die ook al door US News & World Report onderaan de lijst was geplaatst). Een raadsheer die los van enige uitspraak als zeer slecht wordt beoordeeld is James Clark McReynolds: ‘a savagely sarcastic, incredibly reactionary Puritan anti-Semite’ (als zijn Joodse collega Brandeis het woord had, stond hij op en verliet de zitting) – zie mijn column Raadkamergeheimpjes, Ars Aequi 2015, p. 18 (AA20150018).

Het zou aardig zijn om dergelijke rankings voor onze Hoge Raad op te stellen, zij het dat het (vooralsnog) ontbreken van separate opinions het onderzoek – behalve bij publicaties van individuele raadsheren – wel zal bemoeilijken.

Deze column is eerder verschenen in Ars Aequi juni 2016.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *