Pitlo. Het Nederlands burgerlijk recht. Deel 2. Ondernemingsrecht

Boekbespreking. Theo Raaijmakers, emeritus hoogleraar te Tilburg en gevierd annotator van dit blad, gaat het debat nimmer uit de weg. Ook in deze bewerking van zijn handboek verzuimt hij niet zijn argumenten vóór de zogeheten contractuele leer uiteen te zetten (p. 187-204). De BV heeft, zo voert Raaijmakers aan, een typisch persoonsgebonden, besloten en contractueel karakter. Het werkt daarom niet verhelderend om de BV (als een instituut) los te denken van haar oprichters en aandeelhouders, en het is al evenmin zinvol ervan uit te gaan dat de BV een eigenbelang heeft dat losgezongen is van de onderneming die zij bestiert. Met dit betoog houdt Raaijmakers dapper stand in de strijd tegen de institutionele opvatting, aangehangen in de literatuur en denkelijk ook door de Hoge Raad, die de BV als instituut gelijkstelt aan de andere rechtspersonen.

Maar er is meer. Op tal van punten kraakt ook deze Pitlo/Raaijmakers kritische noten en geeft zij vooral de academische ondernemingsrechtjurist stof tot nadenken, bijvoorbeeld als het gaat om de ernstig-verwijtmaatstaf (p. 301 e.v.) en het leerstuk van afgeleide schade (p. 327 e.v.). De rake, discursieve stijl maakt dit handboek waardevol, al is de keerzijde daarvan dat het onderscheid tussen het geldend recht en het ‘recht volgens Raaijmakers’ soms wat nadrukkelijker had gemogen. Zo meldt het handboek op bladzijde 51 stellig, dat ‘[b]uiten twijfel staat dat (het recht op) een gehele onderneming (als een algemeenheid van goederen en schulden) kan worden verkocht […].’ Wie doorleest en bladzijde 53 bereikt, leest daar pas dat de heersende leer een andere is. Naar geldend recht – zo staat er wat schoorvoetend – moeten de activa en passiva van een onderneming juist elk afzonderlijk worden overgedragen.

Maar goed, de afwijkende standpunten, die Raaijmakers steeds duidelijk en vaak overtuigend verkondigt, maken dit handboek uniek. En dat is veel waard. Om met Herman Schoordijk te spreken: laten we het niet onnodig met elkaar eens zijn! (KvV)

M.J.G.C. Raaijmakers (m.m.v. G.T.M.J. Raaijmakers & W.J.M. van Veen)
Pitlo. Het Nederlands burgerlijk recht. Deel 2. Ondernemingsrecht
2e druk, Deventer: Wolters Kluwer 2017, XXXV+817 p., € 59

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *