Ars longa vita brevis: Marcel Storme 1930-2018, deel II

1 Inleiding
In een vorige editie van dit blad vroeg ik aandacht voor het heengaan van de eminente Belgische jurist Marcel Storme. Omdat één column te kort bleek om alle wetenswaardigheden te bespreken, is deze op verzoek van de redactie in tweeën gesplitst. In het eerste deel kwam de persoon Storme in beeld, alsmede Storme en de taalstrijd en Storme en ‘zijn’ tijdschrift: het Tijdschrift voor Privaatrecht (TPR).

2 ERPL: een Europese offshoot
Eind jaren tachtig van de vorige eeuw vatte ik het plan op om een drietalig – Duits, Engels en Frans – tijdschrift op te zetten teneinde de bekendheid met nationale rechtsstelsels en Europees recht te bevorderen. Ik bleek niet de enige met dit idee. Een Britse collega, Basil Markesinis, attendeerde mij erop dat ook Marcel Storme met de gedachte van een drietalig tijdschrift rond liep. De contacten waren spoedig gelegd en in 1992 verscheen onder redactie van Marcel Storme en mij het eerste nummer van de European Review of Private Law. Het was – en is – een drietalig tijdschrift: Duits, Engels en Frans, dat beoogt de ontwikkelingen in de Europese lidstaten en op internationaal niveau toegankelijk te maken voor de nationaal georiënteerde jurist. Het handelsmerk van het tijdschrift, zo heeft de Duitse rechtsvergelijker Hein Kötz opgemerkt, wordt gevormd door de vergelijkende annotaties. Aan de hand van een recente leading case uit Duitsland, Engeland, Frankrijk of een ander land worden vijf of zes case notes gepubliceerd, waarin het arrest vanuit het gezichtspunt van deze vijf of zes rechtsstelsels wordt geannoteerd.

3 International Association for Procedural Law
In de jaren zeventig van de vorige eeuw had ik het voorrecht enige malen ons land te vertegenwoordigen bij internationale conferenties, die werden gehouden ter voorbereiding van een aanbeveling of een verdrag van de Raad van Europa. Ik placht in zo’n geval het betrokken departement te vragen wat mijn opdracht was. Daar was men heel gemakkelijk in: doe wat u meent dat goed is voor de rechtsontwikkeling, maar één ding: blijf af van het procesrecht. Het duidde op de vrij algemeen gedeelde gedachte dat burgerlijk procesrecht typisch nationaal was en dat harmonisatie hier niet aan de orde was. Ook rechtsvergelijking behoorde niet tot de gebruikelijke vaardigheden van de processualist.

Hier kwam in de jaren zeventig van de vorige eeuw verandering in, mede dankzij het eerste internationaal congres voor privaatrechtelijk procesrecht dat Storme in augustus 1977 te Gent organiseerde, met als titel Recht met een menselijk gelaat. De toenmalige groten van het procesrecht van deze wereld – Cappelletti, Habscheid, Jolowicz, Kerameus, Taniguchi – ze waren allemaal van de partij. Met regelmatige wereldcongressen – wie herinnert zich niet het congres te Utrecht – werd het burgerlijk procesrecht geïnternationaliseerd.

4 Marcel Storme en Nederland
Marcel Storme heeft veel ervaringen met Nederland en Nederlandse juristen opgedaan. Zelf heb ik hem leren kennen toen wij eind jaren zestig van de vorige eeuw beiden betrokken waren bij het tot stand brengen van een uitwisseling tussen de juridische faculteiten van Gent en Leiden, die nog altijd bestaat. Storme had vele banden met Nederland, onder meer als voorzitter van de Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland, een vereniging die even na de Tweede Wereldoorlog is opgericht door Meijers en Van Dievoet. Jaarlijks komt de ‘vereniging met de lange naam’ afwisselend in België en Nederland – onlangs nog in Utrecht – bijeen om over een privaatrechtelijk, strafrechtelijk en staatsrechtelijk thema van gedachten te wisselen. Op één punt is Storme nooit Nederlander geworden, maar altijd een – bourgondische – Belg gebleven: de Nederlandse lunch met kleffe broodjes kaas en karnemelk heeft hij nooit leren appreciëren.

Marcel Storme heeft bij leven menig eerbetoon ontvangen. Zo ontving hij een eredoctoraat te Lublin en een ereprofessoraat te Beijing. Hij was Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau. Bij gelegenheid van het veertigjarig bestaan van het TPR ontving hij een liber amicorum met 43 bijdragen, waarvan acht uit Nederland. Bij zijn emeritaat kreeg Storme een originele Tijdschriftenhommage, waarin talloze Belgische en Nederlandse tijdschriften participeerden.

Deze column is eerder verschenen in Ars Aequi mei 2019.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *